Mijn favoriete stad in Cuba: Trinidad (deel IV)

Het vierde deel uit vijf over onze reis met kinderen door Cuba.

Trinidad heeft absoluut mijn hart gestolen. En nu moet ik natuurlijk beschrijven waarom. Eigenlijk weet ik het antwoord niet goed. Waarschijnlijk omdat we daar op het juiste moment tijdens onze reis waren? Immers, we waren inmiddels meer gewend aan de warmte en vochtigheid. We waren nog wat meer vertrouwd met het Spaans. En we begrepen het land en de mensen steeds beter. Maar los daarvan is het gewoon een hele toffe stad. 

Gastvrijheid

We vonden onze casa al snel. Yasel, de eigenaar wachtte ons al op. We kregen een welkomstdrankje en we kregen te horen dat we het hele (!) huis tot onze beschikking hadden. Whow! Stoer, een eigen huis in Cuba voor 3 nachten. Hij voorzag ons van de nodige informatie en vertelde meer over zijn gezin en zijn andere beroep: kapper. Daarom heet het huis ook El Barbero. Volgens het gastenboek is hij niet alleen een prima gastheer en kapper, maar ook een verdienstelijk kok. Dat hebben we  ervaren. In ‘onze’ eigen keuken werd een heerlijke maaltijd bereid: verse kreeft, kip, rijst, avocado, gefrituurde banaan en heerlijke eigengemaakte Piña Colada’s. Het leven is goed!

Trinidad
Koken

Eten

Wandelen

We liepen naar het centrum om de omgeving te verkennen. Op de toren van het Museo Histórico Municipal heb je een goed uitzicht voor wat leuke plaatjes. Net als op de pleintjes en in de kleurrijke straatjes. De hitte was ondertussen haast niet te harden. Het zweet gutste uit ons lijf. We besloten dan ook op ons gemak terug te gaan en even in de casa te blijven tot we de stadswandeling tegen de avond weer konden hervatten. Overal klonk muziek. De sfeer was relaxt. Ja, hier voelden we ons absoluut thuis.

Trinidad

Excursie over het leven

De volgende ochtend stond een excursie met een bicitaxi (fietstaxi) op het programma. We werden door Trinidad gereden en leerden meer over het leven van de gemiddelde Cubaan. Of beter: het overleven. Onze gids vertelde daar volop over tijdens de verschillende pauzes. Met enige voorzichtigheid. Cuba is communistisch en dus is er overal controle. Ook inlichtingendiensten in burger, en sinds een tijdje zie je bovendien steeds meer camera’s. Als je iets vertelt wat niet gepast is, dan ben je je baan kwijt. En dat is dan nog de minste straf. Een koe slachten die langs de weg loopt terwijl je gezin honger heeft: 20 jaar gevangenisstraf. Men is gewaarschuwd. De gids kan dus niet altijd zeggen wat hij vindt of wat hij denkt. Dat merkten we ook echt. Soms vertelde hij best veel en voelde je de vrijheid om een verdiepingsvraag te stellen maar dan kapte hij het af of ging verder op totaal iets anders. Bij een oud treinstation kwam uit het niets plots ‘bewaking’ en vertelde de gids opeens (midden in een andere zin) over de werking van de locomotief. Om later, verderop tijdens de wandeling, weer wat meer los te laten. Voor ons heel bizar, voor hem heel normaal.

trein

Hij liet ons de staatswinkels zien met het bonnenboekje. Mensen zijn in Cuba gelijk en krijgen dus allemaal 1x per maand per persoon 5 eieren, een kilo rijst, koffie, sigaren maar geen vlees, fruit of melk. Dat koop je allemaal op straat. Als je geld hebt. Sinds Raoul Castro aan de macht is, is het leven beter geworden. Iedereen heeft meerdere banen en een eigen bedrijfje hebben mag. En ja, je wordt soms gek van de vraag “taxi?”, maar mensen hebben geen keuze. Ze moeten wel, in de hoop op dat ene ritje en dus een paar CUC. Mensen vragen je op straat ook vaker of je kleding, pennen of iets anders hebt voor de kinderen. Maar nooit opdringerig. Je ziet het ook nergens te koop.
De straathandel is levendig. Eigenlijk illegaal maar het moet. Alles is van de staat. Ook die koeien langs de weg. De meeste gevangenen hebben delicten tegen de staat op hun geweten. Er is bijna geen criminaliteit of geweld, dus daar hoef je niet voor naar de cel. Het grote voordeel van het communisme is dat iedereen gelijk is en ook zo behandeld wordt. Er is geen discriminatie en geen racisme. Iedereen leeft in harmonie met elkaar.

winkel

Bonnenboekje

Los Pinos

Inmiddels was het middag en gingen we weer zelf op pad. We zochten een restaurantje en buiten speelde Los Pinas. Een groepje ‘oude knarren’. Het doet denken aan de Buena Vista Social Club. Direct een CD gekocht als souvenir. Alleen het hoesje al: een scheef kartonnetje, met een vaag geprint blaadje, plakband en wat huishoudfolie erover met daarin een gebrande cd. Geweldig. Weer thuis brengt het je direct in Cubaanse sferen. Heerlijk. We shopten later die middag nog wat meer souvenirs zoals een olieverfschilderij en houten beeldjes van muzikanten. De dag sloten we af bij een heerlijk restaurantje ‘bij ons’ in de straat. Zoveel beter en goedkoper dan in de buurt van bijvoorbeeld de Plaza Mayor. Daarnaast heb je in dit soort tentjes veel meer contact met de Cubanen.

Los pInas

Slavernij

De volgende dag reden we de stad uit naar de Valle de los Ingenios. Een Unesco World Heritage Site. Een prachtige vallei met de geschiedenis van de suikerrietplantages, de enorme rijkdom van de eigenaren en de verschrikkingen van de slavernij. De natuur en uitzichten zijn zó mooi. Er zijn een paar stops als je door de vallei rijdt. En allemaal de moeite waard. Je krijgt er uitleg over hoe het tijdens de slavernij, nog niet eens zo heel lang geleden, in z’n werk ging. De slaven werkten 20 uur per dag en werden in de gaten gehouden vanaf hoge torens. De enorme landhuizen van de eigenaren staan midden op het terrein. De slaven werden tevreden gehouden door de gezinnen ieder hun barrak te geven. In de hoop ook op meer kinderen, want dan meer arbeiders. De kinderen moesten vanaf 4-5 jaar meewerken. Eerst nog licht werk, vanaf 12 jaar werden ze gezien als volwassenen. In het huis werken was voor de vrouwen of meisjes geen betere optie want de baas kon zijn handen niet van ze afhouden en de bazin was, mede daardoor, onuitstaanbaar. We proefden guarapo, (suikerrietsap) en kregen een stukje suikerriet mee om op te knabbelen.

Vallei

Waterval

In de middag reden we naar de andere kant van Trinidad naar het Parque el Cubano. Om daar in 40 minuten naar de waterval Javira te lopen. De tocht was goed te doen. En de beloning heerlijk: lekker koud water om af te koelen, we kregen het zelfs koud. Dat was alweer even geleden! Nadat we opgedroogd waren liepen we weer terug naar de auto. De weg van en naar het park was slechter dan slecht. We reden nog geen 10 km per uur. Gelukkig hield de auto en de banden het. Terug naar ons huis voor de laatste nacht in Trinidad. Jammer, ik had hier best nog langer kunnen blijven maar we moeten door….

waterval

 

Eén reactie

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.