Dit is deel II over bijzondere gebeurtenissen tijdens onze reizen. Over onze koningin, over applaus in een restaurant en het tegenkomen van een bekende.
Pittig soepje
Onze kinderen mogen van ons niet zeggen dat ze iets niet lusten, als ze niet eerst een gerecht geproefd hebben. Maar het kan ook andersom. Ivar bestelde in Thailand met behulp van een menukaart met leuke plaatjes van de gerechten de beroemde Thaise Tom Yam Kung soep. Een (zeer) pittige soep met garnalen. De serveerster vroeg of hij Superman was. Wij probeerden nog iets te regelen met ons “not too spicy please”. Maar toen het vervolgens uitgeserveerd werd, stond het hele personeel achter Ivar te kijken wat er ging gebeuren. Natuurlijk: tranen, loopneus, rode wangen én oren, hoesten en smeken om water. Maar hij was en bleef een held voor het personeel, de hele avond lang!
Koningin Nora
In Jordanië waren onze kinderen een bezienswaardigheid. Meer daarover lees je hier. Maar de naam van onze dochter Nora bracht nog iets extra’s, het maakte dat ze als een prinses of koningin behandeld werd. Nora betekent in het Arabisch; ‘licht’ en naar wij begrepen een speciaal, helder licht. Daarnaast heeft Jordanië jarenlang Noor als koningin gehad. Zij werd aanbeden. Nora ook. Ze kreeg knuffels, kussen en ook cadeaus. Niet een keer, nee meerdere malen. In het begin was dat wat onwennig, maar net zoals met zoveel dingen: alles went. En aandacht doet iedereen goed, ze is het dan ook zeker niet vergeten.
Overlijdensberichten
Nooit leuk om dierbaren te verliezen. En als je dan aan de andere kant van de wereld zit, is het helemaal niet fijn. Oma Wijers was al tijden kwetsbaar en gelukkig had ik voor mijn vertrek naar Australië afspraken met mijn vader gemaakt: wat te doen als ze zou overlijden? Het gebeurde. En ik bleef daar en koos mijn momenten om haar te gedenken en in gedachten bij mijn vader en de rest van de familie te zijn.
Afgelopen zomer overleed de lievelingstante van Jos. Toen zaten we in Cuba. Ook daar zouden we niet speciaal voor terugreizen. Gelukkig haalde hij het nog net (twee uur nadat we geland waren) om bij de begrafenis te zijn.
Pollo met Inca Kola
Wij proberen zoveel mogelijk in lokale restaurantjes te eten als we op reis zijn. Even kijken waar het druk is en daar naar binnen. Menukaarten zijn vaak onbegrijpelijk, zo ook in Peru. We liepen een zaakje binnen: El Rancho, waar het stampvol zat met locals. Ze keken op toen wij daadwerkelijk een plekje hadden bemachtigd. We wezen aan bij andere tafeltjes wat ons lekker leek en kregen vervolgens een bord pollo (kip), rijst en bonen en we kregen Inca Kola. Een heel populaire frisdrank. Geel van kleur, met prik en het smaakt naar bubbelgum. Mierzoet. Iedereen vond het fantastisch dat wij gewoon ‘bij hun’ aten en onder luid applaus verlieten we later die avond de zaak.
Ontmoeting met een bekende
Daar liepen we,’s ochtends vroeg, in Canada, in de Rocky Mounains. Tot onze verbazing zagen we in de verte mensen ‘terug’ komen. Die waren pas écht vroeg vertrokken dan. We liepen verder en zo kwamen we wat dichterbij. Zegt Jos: “Dat is Leon!” Ik kijk hem verbaasd aan: ”Ja dag, jij denkt hier een bekende tegen te komen? Grappig dat die man dan zo op hem lijkt!” En nog geen paar meter verder hoor ik die man in de verte zeggen: “Hè? Hee dat is Jos!” Ik wist niet wat ik hoorde. Ik kende hem vaag. Maar was vooral stomverbaasd. Bleek het de slager (en zijn vrouw) van ons dorpje in Midden-Limburg met 3500 inwoners (waar ik toen pas net woonde) te zijn. Hoe bizar? En het werd nog vreemder. Leon had al in de krant gelezen dat wij in Canada waren. Heu? In de krant? Nou wat bleek, Jos voetbalde in die tijd in het 1e elftal en werd blijkbaar gemist. In het wedstrijdverslag dat toen in Dagblad De Limburger verscheen (toen wij al weg waren en Leon nog moest vertrekken), werd melding gemaakt van zijn afwezigheid en het waarom: onze rondreis door het westen van Canada.
Bizar toch?